Interview
Gerlinde en haar passie om anderen te helpen
Zorg & support
Projectcasus Zorg & support
Vanuit de gemeente zijn twee jeugdprofessionals betrokken bij een jongen van 17 jaar. In maart wordt hij 18 jaar. Na een lange hulpverleningsgeschiedenis verblijft hij sinds mei 2023 in de gesloten jeugdzorg middels een machtiging via de rechtbank. We lichten deze casus toe vanuit onze expertise.
Vanaf het begin liet hij in zijn gedrag duidelijk zien niet in de gesloten instelling te willen zijn; veel weglopen en niet openstellen voor behandeling. Met alle betrokken partijen is er besloten om verder te kijken dan de gesloten jeugdzorg, dit werkt immers niet.
Een route richting beschermd wonen wordt ingezet, maar dit vooruitzicht was voor hem niet genoeg om binnen de gesloten jeugdzorg te blijven. Hij blijft veelvuldig weglopen. Op een gegeven moment is hij al een paar weken weg. Zijn vader heeft een aantal keer contact gehad met hem via de telefoon. De jongen wil wel meewerken aan beschermd wonen, maar wil niet terugkomen als hij dan eerst weer terug moet naar de gesloten jeugdzorg. De gemeente wil de mogelijkheden uitzoeken, omdat de gesloten machtiging het risico tot onttrekken aan het ouderlijk gezag en noodzakelijke hulpverlening alleen maar versterkt op dit moment.
Deze gemeente vraagt zich af of je, nadat er gezamenlijk geconcludeerd is dat een gesloten machtiging zijn gestelde doel niet haalt, een ander plan mag opstellen en hiermee de machtiging kan ‘ondermijnen’?
Het gaat hier om een gesloten plaatsing met machtiging van de rechter waarbij geen kinderbeschermingsmaatregel aan te pas is gekomen en onder de verantwoordelijkheid valt van het college (art. 6.1.2. JW). Ouders hebben hiervoor toestemming moeten geven en kan alleen aangevraagd worden met een instemmingsverklaring van gekwalificeerde onafhankelijke gedragswetenschapper.
Wat onder gekwalificeerde onafhankelijke gedragswetenschapper wordt verstaan staat onder meer in artikel 2 Regeling Jeugdwet. De machtiging duurt 1 jaar. Er bestaat de mogelijkheid om de gesloten plaatsing te schorsen als de instelling van mening is dat een gesloten plaatsing niet langer nodig is. (Art. 6.1.12, vijfde lid, Jw.)
Ons advies is om eerst het overleg met de gedragswetenschapper aan te gaan.
Dit kan alleen met instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper. In dit geval is de jongere nooit bij de zorginstelling aangekomen, dus is ons advies om als eerste het overleg met de gedragswetenschapper aan te gaan om vervolgens in overleg met de instelling en de gedragswetenschapper tot een besluit te komen. Wanneer blijkt dat het noodzakelijk is om de plaatsing te hervatten, kan de schorsing weer worden ingetrokken.